Dinsdag 22 mei Pont l’Évêque – Travecy (Canal entre Sambre et Oise)

Op een rustige tijd weg op een rustig kanaal, maar wel de verjaardag van Jolijt. Hiep Hiep Hoera gezongen. En wat later vastgemaakt in Chauny. Niet iets om voor óm te rijden maar toch aardig. Heerlijke koffiebroodjes gekocht en daarna de één op de fiets met karretje naar de Carrefour en de ander het huis gekuist.

Schoon en voorzien van alles weer verder. We moeten een beetje tijd dood maken omdat het beneden Reims niet eerder open gaat dan 28 mei dus dan verkennen we de Sambre. Die loopt al jaren dood omdat delen niet meer veilig zouden zijn? De havenmeester in Valenciennes was lovend en optimistisch over de bevaarbaarheid.

We gaan erin vanaf Tergnier en belanden in de zand- en grindhandel. Het vaart op en af. Levendig. Wel drukkend tot een lang verwacht onweer ons verlost uit een zwanger klimaat. Joppie’s hijgen stopt. Mooie wolken.

De attente VNF-man rijdt ons tegemoet om te vragen of we wel weten dat dit niet bevaarbaar is tot in België. Ja, dat wisten wij.

Dus morgen nog een stukje naar boven en daarna weer naar beneden, langzaam aan richting Berry-au-Bac en dan naar het zuiden.

Risotto, spinazie, met toch wat lardons knoflook en ui in de wok, restje salade en aïoli, dus smullen, met Amalia Rodriguez en een mooie rode Trincadeira, trage regen en een fris opgeknapte atmosfeer.

Avondje lezen en wijs worden in de partituur van het Requiem van Verdi (najaar).

Maandag 21 mei Noyon (Pont l’Évêque)

’t Is ongelooflijk maar we varen vandaag niet. Om een paar redenen: Arie en Linda komen, we zijn de drukte en de STRESS van het Canal du Nord kwijt, Reims is nog een week dicht, en we vinden het heerlijk.

Dus eerst maar eens op de fiets naar Pont l’Évêque voor brood en een gesprek met de Fijke. Ervaringen uitgewisseld. De Namasté begroet en een beetje de sluiswijze ingepraat

Arie en Linda gezellig gesproken en beperkte EHBO verricht aan de bril van Arie (mag voorlopig niet belasten). Geroeid, gezwommen en de schroefas geinspecteerd, en ja hoor: oogst! Dacht al dat ik iets gemerkt had, Gelukkig niet het vetkoord…(kan ook niet).

.
vetkoord? Gelukkig maar een stuk touw..

Hannie werkt hard: cursus Frans en dat gaat goed.

Vanavond lekkere restjes, lezen, muziek.

Morgen ws de Sambre op….

En of er gestaakt wordt? En of wij dat merken? Que sera sera…

 

Zondag 20 mei Épénancourt – Noyon

Bevrijd van het Canal du Nord! Rustig vertrokken en achter een wachtend schip aan maar dat kost tijd bij de sluis en dat blijft zo. Niet het aantal kilometers telt op het CdN maar het aantal sluizen, en met wie of wat. Alles is diepgeladen, en dat is mooi, maar ‘t mag en kan niet hard, en helemaal de sluis in of uit. Als zeesterren: je ziet niet dat ze bewegen maar ze doen het.

Wij kunnen samen met een canal-du-nord-schip in een sluis (20 + 60) en dan blijven er vijf meters over. Dat is niet veel. Maar ’t gaat goed. Mooi weer weer dus wat wil je nog meer. De tunnel van Libermont achter zo’n schip gevaren: in zijn zuiging meegenomen. Sturen op de boegschroef. Twee jaar geleden was dit kanaal verlaten en voeren wij het in anderhalve dag; nu in drie.

Uitzichten zijn prachtig: grote graanvelden en hier en daar een silo. Heuvelen zover je kunt zien. En Hannie ziet twee Wielewalen en een Raaf!

De Somme voorbij gevaren en later de dooie tak.

Voordeel van steeds wachten bij een sluis is dat Joppie lekker even kan aarden.

Uiteindelijk varen we vandaag zo’n 25 km, doen we 7 sluizen, in iets minder dan 9 uur…

En dan vertelt de mevrouw van het schip achter ons in de sluis dat er op mardi in heel Frankrijk gestaakt wordt, ook op de sluizen. Dat is onthaastend! Maar bij de eerste sluis van het Canal lateral á l’Oise weet niemand ervan. Wel dat het onder Reims echt dicht zit. Dus rust: morgen een kano-tochtje terug naar Pont l’Eveque, misschien Arie en Linda op de koffie, en verder? Nu de avond, en de nacht. Lezen lopen en slapen.

Zaterdag 19 mei Ruyaulcourt – Épénancort

Ik ben al met één oor wakker dus ik hoor de motor aanslaan van onze buren. Dus op en de hond uit en wij ook en klaar voor varen want we willen de meute vóór zijn die uit de tunnel kan komen. Koud (6 gr) en schaduw bij een staalblauwe lucht. Damp boven het water. Zo langzaam aan op de eerste sluis aan. Daar zijn wij niet de eerste maar ’t helpt wel.

Ongeveer 1 uur per sluis, los van de afgelegde kilometers, komen we zo in Péronne. Even zoeken maar mooi vastgemaakt onder de sluis.

Maarten naar het Musée de la Grande-Guerre en de Intermarché op de fiets, en Hannie bewaakt het schip en werkt aan haar Frans.

Museum was mooi. Intermarché overvloedig uitgerust. Een van de koplijnen was spontaan ontknoopt maar ’t lag toch goed. Maar nu weer varen. We zien andere aanlegplaatsen en een ons bekend schip (Feniks). We varen door. En uiteindelijk belanden we in Épinancourt. Geen wereldstad of zo maar voor nu en voor ons is het goed. Niks te beleven. Mooi. Rachmaninov 3 tijdens ’t koken. En een mail van Louis of hij langs kan komen in Zoutkamp.

Een mooi bestaan. Soms bijna aan de grond, soms de stroom mee, gas geven of iets terug, anderen iets geven, zelf iets claimen. Basaal, leven, genieten. Verdi oefenen, mede gestuurd door de mails van de koren. Als we ooit terug komen zingen we weer mee!

Morgen afscheid van het Canal du Nord. Richting Sambre, ook al loopt-ie dood. ’t Is een mooi Canal maar we hadden ’t wat tegen door de drukte, en dan kost het bijna een uur per sluis. We hebben in 2016 geluk gehad. De norm is nu anders. Alle schepen zijn geladen. Meestal pousseurs maar ook klassieke spitsen en Canal –du-Nord-schepen. We hebben veel steun aan de AIS en gebruiken de marifoon voor de verkeers(bege)leiding.

Uiteindelijk na een langer dag rust, gekruide balletjes, bloemkool en zon op onze buiten-eettafel. Rust en bezinning. Goed zo.

Vrijdag 18 mei Arleux – Ruyaulcourt (sud)

Wakker, hondje uit, ontbijt op tafel en dan zitten we middenin een rij schepen die sluis 1, richting ’t zuiden in willen. Allemaal pousseurs (2 gekoppelde spitsen, dus samen 80 meter lang) dus daar passen wij niet bij in de sluis. Wachten en marifoonwerk. Zo komen we langs de Sherpa, een oranje (!) pousseur uit België die ons langszij vraagt en zo aan de remmingen kan wachten. Hij maakt een praatje, geeft complimenten, en vertelt dat hij een stevige tjalk zoekt om in te wonen, met ramen in de romp…. Daar hebben wij gemengde gevoelens over maar we gaan hem helpen, en dus contact met Ando, en een tip. Ons plan om vandaag naar Péronne te varen wordt met vriendelijk hoongelach begroet. Bij lange na niet. Veel te druk dus dat halen we nooit. Maar 2 jaar geleden lukte dat gemakkelijk en dat was dus enorm geluk. We zien wel. Steeds zit de sluis tegen. Diepgeladen schepen varen tergend langzaam uit. En beroepsvaart gaat misschien een beetje voor…

De tunnel van Ruyaulcourt (4,3 km) kost ook tijd, en wat onzekerheid halverwege bij de passeerstrook maar uiteindelijk zijn we tegen vijf uur de tunnel uit. Vastgemaakt aan de uiterste punt van de wachtstrook en dan komt er een dikke aso vol vaart die ons los van de kant zuigt waardoor een tros half door gaat. Weer vastgemaakt en genoten van de zon en de rust. Dan volgen twee pousseurs, hele families, die hier ook komen overnachten. En uiteindelijk komt de Sherpa nog de tunnel uit, en vaart ons voorbij. Die zien we misschien wel weer.

Joppie-walk, piano, lezen, rust en ws morgen Péronne…

 

Donderdag 17 mei Valenciennes – Arleux

Uitgeduwd en –gezwaaid door de havenmeester die zijn scheepje op de Sambre heeft liggen, varen we de Escaut weer op rond 9 u. met verse croissants achter de kiezen en een zacht gekookt eitje.

Een paar sluizen te doen op weg naar ons einddoel: Arleux.

Aan beide oevers ladende schepen, en een lossende spits die in onmacht lijkt te liggen. Achter ons de “Red Bull”, en zo gedraagt hij zich ook: komt na ons de sluis binnen, laat zijn schroef draaien en vaart rakelings langs ons zonder overleg als eerste eruit. En dan gas erop maar bij de volgende sluis moet-ie op ons wachten. Daarna laten we hem gaan. Rustig. Mede ingegeven door de koop van ons vignet: 3 maanden varen kost 10 euro minder dan een heel jaar. Dus een heel jaar gekocht. Je kunnie-wete. En dat heet dan Liberté! Zo varen we bevrijd van dilemma’s door. Een weekje later thuis? Geeft niet. Wel moet de buurttuin op orde en de dingen gezongen maar dat kan niet van stress afhangen toch?

We zien weer eens een dood pelsdier drijven, ws een ree. Steile oevers en toch veel groen hier in Noord-Frankrijk. Triest.

Beland in Arleux, een ons bekend spitsencentrum. Een soort Maasbracht. Er liggen er minder dan de vorige keer maar toch. Ook te koop. Vele pousseurs gaan voorbij. We wandelen langs de eerste sluis van het Canal du Nord en zien hoe zuinig ze met water omgaan, en hoe ondiep ’t is. Morgen wij.

De wandeling voltooid langs meertjes, eendenkooien en het Canal de la Sensée. Joppie moe, wij voldaan. Boodschappen op de fiets. Bavette mmmmm. Ondergaande zon en de rust dat wij weten wat we willen: iets na de 27e Reims voorbij en dan ons Doubs-plan volgen. Daarvoor de Sambre op zover als ’t kan, en weer terug. Morgen naar Péronne en overmorgen daar het museum van La Grande Guerre bezoeken.

Vanaf de aankoop van het vignet voelen wij ons toch iets vrijer: Liberté!

 

Woensdag 16 mei Blaton – Valenciennes

De buurman laat zijn katten uit, het gras op de oever wordt gemaaid, schepen varen voorbij en Hannie laat Joppie uit terwijl ik het ontbijt klaarmaak. Afvaart tegen 9 u. en dan zitten we al snel achter een diep geladen Belg. Dan maar iets rustiger aan want inhalen kan maar wordt niet erg gewaardeerd wegens “voorkruipen” in de eerstvolgende sluis. Via de marifoon horen we dat er in het Vlaamse deel van België op vrijwel alle sluizen wordt gestaakt. Op onze AIS zien we de schepen bij Doornik vastlopen. Hoe zal dat bij ons gaan? Die dikke diepliggende voor ons vult de sluis maar daarna kunnen wij. Vier tandenknarsende schepen achter ons hadden ook graag gewild. Die moeten wachten: één schip per beurt. Nog een sluis verder en we zijn weer op de Escaut (Boven-Schelde).

Diesel getankt in Antoing (671 l.) en water. Met volle tanks naar Frankrijk.

Ik had graag het grensbord daar even schoon gemaakt want dat staat daar al jaren zo vuil te zijn maar we kunnen niet afmeren daar dus maar door naar Mortagne waar de Scarpe in de Schelde komt. Een mooi maar wat saai deel naar Fresnes, de eerste sluis. Een aalscholver kan een gevangen paling weer eens niet aan. Een meeuw en een kraai willen het wel overnemen maar de paling wint! Kom je helemaal uit de Sargassozee…. Wie verre reizen doet…. Nog drie sluizen langs vergane Noord-Franse industrie en we zijn in de moderne jachthaven van Valenciennes. Gedraaid (lang leve de werkende boegschroef) en vastgemaakt.

Magret de Canard, geroosterde prei, avocadosalade en gebakken aardappeltjes. En daarna de stad in. Vergane glorie met hier en daar prachtige en oude gevels en pandjes maar dood en kebab. Prachtig stationsgebouw, en visrestaurant met een veelbelovende kaart.

vergane glorie… woonde hier ooit een directeur of zo?

Plannen voor de komende dagen bekeken: we gaan wachten op de opening onder Reims de 27e en niet via Parijs. Dan ws geen Doubs maar een ander rondje. Ook mooi, zoals Canal de Bourgogne of zo. Nachtje over slapen. Morgen naar Arleux, spitsen spotten.

Dinsdag 15 mei Ath – Blaton

Ondanks allerlei rangeerbewegingen vlak naast ons toch lekker geslapen.Op tijd wakker om ook op tijd klaar te zijn voor de sluis- en brugploeg.

Schoolkinderen marcheren in uniform naar hun gymnastiek en anderen gaan in pak naar hun werk. Wij liggen op tijd klaar voor de eerste brug. En ja hoor, een ploeg van vier man begeleidt ons door de eerste bruggen en sluizen. In goede samenwerking scharrelen we zo door deze punt van Wallonië. Het is landschappelijk prachtig: heuvels en weer vlak. Uitzichten maar ook groene tunnels. Koeien, kwikstaartjes en een goed onderhouden kanaal met stabiele oevers en een diepgang van ruim meer dan 1.40 m. Kruiphoogte ook gewoon ongeveer 3.50 m. Halverwege de dag een nieuwe ploeg voor de laatste sluizentrap naar Blaton: 10 in minder dan een km. Gaat vlot. ’t Vermoeiende zit em in ’t wachten tot de sluis klaar is. Schutten en varen = actie. Wachten is zoiets als slenteren in de stad….Zo zijn we rond 16 u. in Blaton op het kanaal dat ons naar Frankrijk zal leiden.

De Dender en het kanaal naar Blaton horen wat ons betreft tot het mooiste dat wij gevaren hebben. Het verdient een veel langer verblijf met wandelen, fietsen en eten. Het is enorm opgeknapt. Het kan meer aan. Komt allen, maar niet tegelijk. Wij waren een van de drie schepen van de laatste weken. We kwamen één spits tegen die lag te lossen 10 km boven Blaton.

En nu liggen we aan een kade in het kanaal de Nimy á Blaton met Engelsen in een snijpakket. Die deden Strépy-Thieu en de oude liften in het Canal du Centre. Kost allemaal niks. Europees geld als toeristische attractie. Ook wij profiteren ervan…

Avondwandeling door Blaton: niks te beleven. Morgen verder. 800 l. diesel tanken in Péronnes. Daarna door naar Frankrijk en het entrée-bord eindelijk eens schoonmaken.

Nu lezen, lui en de zon onder zien gaan.

Maandag 14 mei Geraardsbergen – Ath

Bijtijds wakker en dus maar op. De zwerfkatten in de buurt worden gevoerd. Een Engelse kruiser vertrekt, maar ’t blijkt een local te zijn. De havenmeester komt langs. Triest verhaal over overleden zoon, kruiser te koop, veel verlies. Met zijn pasje tanken we water. Hij belt voor ons de Waalse éclusiers: binnen 3 kwartier in Deux-Acres. Mooi!

Dus een varend ontbijt met verse “suikercroissants”, chocoladepasta en aardbeien, en dan later op de morgen nog een kruimelend Mattetaartje.

De sluis staat voor ons open. Twee man en die zullen ons begeleiden tot in Ath. Arbo-technisch doen ze rare dingen met allerlei handbediende brug- en sluislieren en jaagwielen maar ’t draait en ’t draait goed! Een zwaar punt van kritiek vormt dat onze autobanden-stootwillen niet mogen. Ook al zijn ze voorzien van opgeblazen binnenbanden en hangen ze aan kettinkjes. Het mag niet. De naam van het schip moet erin gegraveerd zijn. Maar ja, met een “chambre d’air” zag hij ze nog niet… en dat gaat hij nog nakijken. Allebei huiswerk dus.

Intussen is het prachtig! De Dender blijft een kronkelend riviertje tussen weiden en dorpjes met hooggelegen boerderijen want het kan hier overstromen. Vanaf Dendermonde nog maar één schip tegengekomen…

De stuw in Geraardsbergen wordt vernieuwd maar de bouw ligt stil omdat er protest is van milieugroepen.

In Wallonië nieuwe sluizen en stuwen. Niks ondiep of waterplanten tot nu toe maar dat komt mogelijk na Ath. Goed en prachtig vaarwater.

In Ath maken we vast aan de kade bij het station. Niet mooi maar degelijk. Ath bekeken. Idem.

Op de fiets een gutsje en wat slijpschijfjes gehaald om de banden te graveren. Dat lukt, en wat verf erin. Morgen vragen wat ze ervan vinden want ze zijn om 9 u. voor ons bij de eerstvolgende brug, en dan gaan ze de hele dag mee, 19 sluizen naar Blathon.

Eindelijk lamskoteletjes gevonden. Met aïoli en brood en diverse groenten heerlijk gegeten.

Het station komt tot rust. Geen scheepvaart… Zingen? Lezen? Niets hoeft, maar we willen toch wel naar Frankrijk. En liefst ergens een rondje, eventueel via Parijs.

Voor wie foto’s wil zien: kies de app Polarsteps en link naar Hannie Comijs, en je kunt ons volgen mét foto’s.

 

Zondag 13 mei Denderleeuw – Geraardsbergen

Onze ligplaats blijkt een visplaats en een hangplek. Steeds wisselend publiek. De vissers zelfs de hele nacht maar rustig.

De bakker is open dus verse en lekkere broodjes. Om 9.45 u. op weg en om 10 u. voor de sluis bij Liedekerke. Gebeld en ja hoor: ze zijn er om half elf. Alles heel rustig maar goed. Zo varen we door een prachtig groen en beetje heuvelachtig landschap over een slingerende Dender via Ninove naar Geraardsbergen. Bewolkt en een beetje miezer maat toch. Geen enkel ander varend schip. Soms gaat de brug/sluiswachter een paar kunstwerken mee. De sluizen zijn hier van de spitsenmaat dus weer smal en korter.

In Geraardsbergen merken we hoe sterk de taalgrens door het land snijdt: geen contact met de volgende Waalse sluis- en brugwachters en negatieve opmerkingen over hen. Het lukt ons ook niet om zelf telefonisch contact te leggen. Morgen zien en varen we wel verder.

De “Muur” van Geraardsbergen beklommen te voet. Is wel steil, en kasseien. Biertje en klets in het havencafé.

En dan weer aan boord voor eten, drinken, verslag, kaart, zingen en van die dingen.

Hannie is druk met haar cursus Frans, maar is toch ook echt en anders weg nu ze niet meer werkt.