Zaterdag 7 mei
Minder blij zijn we met het bericht dat de noordkant van het Canal de Nivernais te weinig water heeft. Toegestane diepgang is 1 meter en dat is te weinig voor ons met 1.10….
Onder het toeziend oog van de bemanning en hun gasten van het cruise-schip waarmee we tête-à-tête liggen beheerst weggevaren. Dat is dan fijn. Die grote had al een dikke deuk in de kop, en wij niet.
Kop-vóór de Saône af. Dat gaat vlot. Stroom mee van 1-2 km/u.
Twee sluizen naar beneden die vlot draaien, via de marifoon. Zwemvesten aan is verplicht.
Rode en groene palen geven aan zo hier en daar uit de kant te blijven.
Het is heerlijk om weer op ruim water te varen. Breed en ver. Varen zomaar 50 km.
We willen graag een keer in Verdun-sur-le-Doubs liggen. Dus de Doubs op en naar de Port de Plaisance. Daar is plaats. De capitaine geeft aanwijzingen maar heeft ws zelf nooit gevaren. Eerst aan het vlot om water in te nemen en daarna naar de kade met ringen. Helder water. Je ziet de stenen maar we blijven vrij.
Prachtig stadje met geschiedenis.
Het is mogelijk om de Doubs nog ruim 5 km op te varen maar dat doen we niet.
Zondag 8 mei
Croissants bij een depri-bakker. Ze waren ook taai… Maar toch verder de Saône af naar Chalon. Ik zie op de AIS een groot schip naar de sluis varen van het Canal du Centre…… Vooruitbangen heet dat: die is netjes aan de palen gaan liggen zien we als we er zijn.
We worden de sluis ingelokt door een open deur en een vriendelijke sluiswachter.
10 m omhoog, prettig gesprek en we kunnen weer verder in sluizenland.
Dat gaat heerlijk! Elke sluis verwelkomt ons met open deuren en goed werkend mechaniek. We “nemen” ze meestal op een voorspring met de motor vooruit. Ook waar drijvende bolders zijn. Gaat prima en scheelt veel kracht en draadjes.
De Wouwen vliegen, faire-du-sports op de jaagpaden. Groetende Nederlanders.
We maken in overleg vast bij de sluis van Russy. Prima plek. Geen stroom. Geen laadbaar water. Wel een prachtig befietsbaar dorpje: Russy. Eén en al wijnhuis. En dan ook een kasteel en een mooie kerk.
Met de sluismensen afgesproken dat we morgen verder gaan nadat eerst een hotel-spits omlaag gekomen is. Prima.
Maandag 9 mei
Die spits zie ik aankomen op de AIS. Ik loop een sluis omhoog en volg ‘m. Helemaal nieuwbouw. Dikke boegschroef. Op-en-neer stuurhuis. Zwembad op het voordek.
Als die voorbij is varen wij, na instemming van de VHF, de sluis in. Geen groen licht….., dus er gebeurt niks. Via de melder komt ’t goed: er komt nog een hotel-boot… Die zag ik al op de AIS, maar ja…. Toch de sluis door en via de marifoon met een uiterst beleefde Engelse schipper het passeren geregeld.
En zo verder naar Chagny. Ruime aanlegmogelijkheden nu de twee hotelschepen weg zijn. Boodschappen op 15 min. lopen.
De gang er weer in. Het kanaal is aan de oevers ook diep. Het ligt tegen de heuvel geplakt: aan stuurboord kijken we het dal in en dus aan bakboord tegen de berg op. Prachtig! Eén en al wijngaard.
Plots in een vernauwing onder een brug een dikke boeg in beeld. Nóg een hotelspits. Deze had z’n AIS niet aan… Geen communicerende blikken. Geen gas eraf bij passeren. Eikels die t bederven.
En zo liggen we heerlijk bij Santenay-Bas aan de recreatieplaats met uiteindelijk 4 schepen waarvan er 3 dezelfde kant uit liggen….
Dikke 10 km gewandeld op gindse heuvelen: Chassey-le-Camp. Prehistorische site. Prachtig.!
Dinsdag 10 mei
Altijd spannend (vind ik) wie als eerste gaat. Wij dus. 4 km varen aar de eerste sluis dus om 0830 uitgeduwd en trossen los.
Bij de sluis geen licht. Dus contact gezocht en ja, toen werd de sluis “aan”-gezet.
Zo varen we plantloos en vrijwel zonder andere schepen verder door dit parkachtig mooie landschap.
In St. Léger sur Dheune liggen nog veel huurbootjes in de thuishaven. Dat scheelt.
Ook een hotelboot aan de kade. Rustig.
We nemen een stevig aantal sluizen steeds op dezelfde manier: bij het invaren zet ik Hannie bij een laddertje af. Ik vaar door en geef haar de touwtjes aan. Zij trekt aan het blauwe touw dat de schutting in werking zet. Ik heb de “Hielkje” vastgemaakt aan drijfbolders of aan een spring, en zo bevaar ik de kolkende massa water die wordt ingelaten om ons omhoog te brengen. 2,5 – 5,10 per sluis.
In St. Julien-sur-Dheune leggen we aan op een bekend plekje. Het restaurant was 9 jaar geleden gesloten; nu is het overleden….
Woensdag 11 mei
Even op de hand opgeschoven om (gratis) water te tanken. Daarna iets voor 9 u. losgemaakt.
Om 9 u. bij de sluis floept het groene licht aan. Wij naar binnen.
Sluis na sluis, ongeveer 4-5/uur varen we zo naar boven tot het scheidingspand bij Montchanin. Prachtig uitzicht achterom!
De muren van de “tranchée worden gerestaureerd. Het is ze ernst met dit kanaal!
Gaan we liggen in Blanzy na 7 sluizen omlaag, op de middenbolder?
Nee want er liggen al schepen, en de ruimte die overblijft vinder we te krap. Dus maar verder naar Montceau-les-Mines en vooral Génelard, want daar hebben we goede herinneringen aan.
Mooie doorvaart door de stenige warme stad en hartelijk welkom bij sluis 10 (Océane). Telefoonnummer gekregen, en verteld waar we naartoe willen.
Steeds goede en communicatieve begeleiding.
Na 24 sluizen zijn we rond 1715 u. in Génelard. De sluiswachter helpt ons aanleggen.
Stroom, water, we zijn het enige schip.
Koele zwem. Morgen blijven we liggen.
Mogelijk toch het Cl. de Nivernais op om P&P te bezoeken, en omdat het zo mooi is. Dan maar weer na 70 km terug. Dus het nooddak morgen maken?
En ik ga de VNF in Auxerre bellen na de nieuwe berichten van a.s. vrijdag.