Dinsdag 24 juli Venlo – Arnhem

Vandaag naar huis. De laatste sluizen, de laatste vaaruren. Vlot weg en zo varen we om kwart voor acht weer op de Maas. Er zijn meer jachtjes en wat beroepsvaart. Het wordt weer een warme dag.

Omdat we zo vroeg al varen mogen we voor 10 uur al onze chocoladebom. Mmmm…

Brede rivier met groene oevers en vee, vaak met de poten in het water. Na een paar uur sluis Sambeek, de laatste in de Maas voor ons. Samen met jachten en een binnenvaartschip een volle bak.

Een paar uur verder zitten we op het Maas-Waalkanaal. We halen een treuzelend canal-du-nordschip in waarachter twee aanstormende schepen met ons richting sluis Weurt varen.

Even gas erop houden en we kunnen schutten met de grootste in de oude sluis. Diepgang maar 1.45 m. Een meter omlaag en we kunnen aan onze 2 ½ uur durende krachttoer beginnen: tegen de Waal op naar de Pannerdense Kop. Indrukwekkend hoe de rivier kolkt bij tonnen en brugpijlers. Met maximaal toerental toch niet harder dan 5 km/h. Later wordt het beter als ik rekening kan houden met de kribben en de neer.

Drukke scheepvaart maakt dat ik niet steeds kan varen waar ik wil maar toch zijn we rond half vijf bij de Kop. Het Pannerdens Kanaal in en dan gaat het vlot met de stroom mee naar Arnhem.

De stad lijkt uitgestorven. Op de strandjes wel wat mensen maar de meesten blijven binnen.

Met deze waterstand konden we vroeger niet naar binnen maar nu er gebaggerd is lijkt het te kunnen en zo maken we rond half zes vast aan ons huis, verwelkomd door de buren. Slingers en “WelkomThuis”, en een heerlijk schoon huis met allerlei gezellige verrassingen van de buren die er tijdelijk in gewoond hebben.

Even een raar gevoel, maar toch snel weer thuis.

’s Avonds de verjaardag van Casper gevierd. Zo deden we dat de vorige keer ook.

Drie dagen 10 uur gevaren is veel, maar vooral wegens de hitte. Verder goed te doen zolang de sluizen mee zitten.

 

Zo deden we ongeveer 500 sluizen in 80 dagen. Ongeveer 320 motoruren betekent gemiddeld 4 uur per dag, en 2 uur sluizen met de motor uit (10-15 min. per sluis).

Dat bevalt ons: we varen graag, helemaal als het warm is.

Het was een prachtige reis met de mooiste landschappen en aardige mensen.

We gaan het weer doen, maar wanneer en wat? Dat komt.

Maandag 23 juli Visé – Venlo

Dus op tijd op. Joppie alle kansen gegeven aan de wal en dan los en ontbijt al varend. Geen beroepsvaart te zien, ook niet op de AIS. Jachtjes bij en in de sluis van Lanaken.

Vlot geschut en dan zijn we in Nederland terug. Chocoladebom om het te vieren. Maastricht door en het Julianakanaal in.

Uiteindelijk komen we in een soort konvooi van 10 jachtjes dat steeds weer tegelijk schut. De snellen moeten wachten op de rustigen. Wij zitten in de middenmoot. De AIS helpt doordat ik kan zien wat er op een sluis gebeurt met de beroepsvaart, en ook of er een tegenligger te verwachten is op een smal of bochtig stuk. Opletten geblazen want niet iedereen die zou moeten heeft de AIS aan, en jachtjes hebben ’t meestal niet.

Maasbracht volgens planning rond 14 u. Op naar Venlo, en dat is warm veel verder. Hete schutting in Belfeld met twee binnenvaartschepen en hun uitlaatgassen.

Dorre rivieroevers met koeien die verkoeling zoeken in het water.

De Maas is nog steeds prachtig hier. Grote kloosters in Steyl en Tegelen.

Half zeven in de haven op de besproken plaats. Omelet met allerlei groenten en geraspte kaas. Zwemmen. Gekeken hoe een containerschip achter ons wordt geladen. Dat kan alleen maar computergestuurd.

Laatste rondje met ’t hondje en op tijd naar bed want morgen ruim 10 uur varen om tussen 18 en 19 u. thuis te zijn, en dat willen we.

Zondag 22 juli Namur – Visé

“Ik wil naar huis” was het eerste dat ik tegen Hannie zei vanmorgen, en gelukkig zei ze “ik ook” en dat komt mooi uit als je op deze dag 12 ½ wk. getrouwd bent.

We staan gewoon op en doen de gewone dingen en vertellen het ook gewoon aan Erny en die begrijpt dat zodat ze tegen 9 u. met haar rolkoffer en tassen ons uit staat te wuiven. Zij op weg naar het station en wij naar de sluis. Fijn om samen gevaren te hebben en dierbaar, maar ook nu weer makkelijk samen in de vertrouwde patronen.

De eerste sluis vaart in als wij aankomen. Een “commerce’ en een scheepje uit Wageningen.

Dit wordt het konvooi van de dag. Elke 15-20 km een sluis en dan kijken of we de commerce bij kunnen houden. Intussen genieten want daartoe zijn wij op aard en op water. ’t Is toch weer mooier dan we hadden onthouden. Ook wel wat rommel en wrakkige schepen maar toch, en geleidelijk aan meer grote industrie.

En dan geeft de Kyra-of-zo gas. Vliegt 500 m. weg. Dat vraagt om gas en dat hebben we nog, dus de DAF even de spikes in het gravel en zo komen we toch weer samen in de sluis, zelfs met Wageningen die aan de gasgrens was.

Intussen plekjes gezien die we geadviseerd kregen en die de moeite waard zijn voor de volgende keer (!) omhoog of omlaag.

Als we de laatste sluis boven Luik door zijn kan het gas eraf, ook bij de Kyra en zo tuffelen we door en langs Luik.

Bij het begin van het Albertkanaal vastgemaakt voor een Joppie-loopje en daarna weer verder. Het Albertkanaal is erg opgeknapt. Florerende bedrijven of in opbouw en verder een lange kade met bolders over kilometers.

Ons plan is om overmorgen ’s avonds in Arnhem te zijn en dan moeten we kilometers en uren maken. Dat doen we.

In mijn geheugen heb ik een boomrijk plaatje van de verbindingssluis met de Maas thv Visé en dat is er ook. Picknickers, bomen, een camper, een rollator, en golven van een klotsbak. Een spoorbrug die ws onderdeel is van de IJzeren Rijn, dus veel goederentreinen…

We vieren ons feestje met een mooie Beaujolais bij magret de canard, gebakken krieltjes, grote tomaten, avocado-salade, en een mooie wandeling als dessert langs het idyllische verbindingskanaal met de Maas. Een plekje om te onthouden!

Donkere luchten, rookwolken, een paar druppels: bar, maar het blijft broeierig heet.

Morgen vroeg op en mijlen maken. Venlo? Overmorgen thuis lonkt.

Hoe komt dat toch? We hebben dit al een paar keer gezien. We hebben veel goeds en dierbaars om naar huis te gaan. Later dit jaar komen we weer in Luik voor een concert van Yves Duteil. De haven in de Pieterplas had geen plaats. Beneden Maasbracht is Venlo de eerste optie. Wat moet je dan? Ook als Joppie: liever Bobby dan golven.

En mijn vader is ook blij als ik er weer ben.

Ik heb zelfs al een to-do-lijst gemaakt voor Arnhem….. dus.

Zaterdag 21 juli Rouillon – Namen

Rustig op het water maar al wel wat beroepsvaart gesignaleerd. We moeten er ook op wachten als we de eerste sluis in willen gaan. Alle tijd want Namen is niet ver, koffie volop en een chocoladebom na 10 uur is ook iets om naar uit te zien.

Steile rotsen, mooie huizen, kasteeltjes, parkachtig landschap dat ooit woest was maar waar de mens nu de baas is, en soms de rivier.

Aan niets is te merken dat het een Nationale Feestdag is: sluizen draaien, treinen rijden.

Tegen de middag zijn we in Namen en ruim plek op onze bekende kade.

kade Namur

Vastgemaakt en de stad in. Veel mensen op de been, kades met de spullen die steeds maar van hand tot hand gaan als brocante. Alle terrasjes goed bezet. “ Wir setzen uns” op een bekend plekje “nieder”. Moules frites en kaaskroketjes. Mensen kijken. Smultoetje. Daarna weer op de been richting Hielkje. Drukkend warm inspireert niet tot rondwandelen en de citadel zagen we al eens. Dus Hannie pakt de lakkwast en ik doe niks. Erny leest en we kwebbelen wat af.

Kleine hapjes zijn samen de avondmaaltijd.

Ik haal het toplicht van de mastvoet af en zet het weer op zijn eigen plek op het kleine mastje. Gedoe met stekkertjes. Te ingewikkeld gemaakt met slecht materiaal.

Kaarten van Franse kanalen uit de kaartenlade gehaald. We zijn aan de laatste fase van de reis begonnen.

Morgen stapt Erny af en wij zetten koers naar ergens na Huy. We zullen zien. Nachtje over slapen.

Vrijdag 20 juli Waulsort – Rouillon

Ochtendrituelen bij prachtig weer, in de schaduw. Iets voor negen uur los naar de kade waar we water kunnen tanken. Krap maar het lukt.

Afvaart met de Maas mee. Al snel zijn we bij het kasteel van Freyr. Mooie kade maar het kasteel en de tuinen zijn nog lang niet open. Dat moet wachten tot een volgende keer. Dus verder naar de volgende sluis en Dinant.

Overal is ruim plaats om vast te maken, en dat in het hoogseizoen.

We maken er een echte vakantiedag van met terrasje, kabelbaantje, bezoek aan de citadel, de kerk, het stadhuis. Kijken naar botsbootjes en doen inkopen.

Zo zijn we rond 13 u. weer aan het varen. Een paar sluizen en een paar uur verder zien we een mooie plek om aan te leggen in Rouillon t.o. Godinne. Rotsen, heuvels en groen. Er vallen zelfs wat regendruppels. Dat had meer mogen zijn.

Rustig aan, theetijd, Joppie-loop, pasta-broccoli-blauwe kaas met voor mij een restje boudin blanc.

Hannie belt met Petra E. Die zijn weer aan het terughuizen en blij met het resultaat van hun verbouwing. We zien ze net niet omdat zij een dag eerder vertrekken dan wij aankomen. Nog voldoende water onder ons huis maar of we de haven kunnen invaren is de vraag.

Morgen Nationale Feestdag in België. Juist dan komen wij in Namen aan maar het vuurwerk is vanavond al. Dat scheelt.

De winkels zullen wel dicht zijn maar dat kunnen we hebben.

Joppie heeft de ganzen hier een ptss bezorgd door ze steeds van zijn steiger te jagen maar dat was niet te vermijden. Hij zal wel lekker slapen, en wij ook.

Donderdag 19 juli Givet – Waulsort

De vlag wappert en de zon schijnt. Daar worden we wakker van. We voelen dat een schip voorbij vaart. Andere draaitijden voor de sluis?

Wij doen ons gewone protocol: de één rondje-hondje en de ander ontbijt, inclusief brood halen. Pas na het ontbijt ga ik op croissantjes uit en gelukkig zijn het echte goeie, voor de lunch. En een pain aux céreales.

Trossen los en naar de sluis. Erny ook aan dek en klaar om te genieten.

Er zit enige traagheid in de sluis en als ik ons doosje kom inleveren vinden ze ons niet in de computer (ordinateur), maar de deuren gaan open en we mogen Frankrijk uit. Ook nu een brok en een traan. We laten iets achter voor later, en we gaan naar huis, en dat maakt ook blij.

En we gaan ook nog genieten van de mooie Belgische Maas. Twee sluizen staan klaar en de derde staat tegen, maar daarna in Waulsort een prachtige aanlegplek onder bomen.

Vol goede moed na de lunch een wandeling uitgezocht en die doen we. Het is wel een survival geworden door omgewaaide bomen, afgronden en stroomversnellingen maar we hebben het gered dankzij onze speurneus Joppie. Geheel voldaan eindigt de escapade bij de Hielkje. Na de vijf op de klok de Cobb op de kant en groenten, vis en Jacobsschelpjes erop. Smullen met de Mystic Gris de Toul erbij.

avond in Waulsort

We prijzen ons gelukkig met dit leven. Willen wel naar huis maar ook wel niet. Dat is België. Het blijft ertussenin. En toch gaan we morgen verder.

Woensdag 18 juli Fumay – Givet

Rustig begin van de dag. Markt in het dorp. We lopen er langs en ontdekken dat ik gisteren niet bij de goede slager de inkopen heb gedaan hoewel zijn boudin blanc en paté de campagne heerlijk zijn, maar die van slager Snoeck moet nóg beter zijn. We zien hoe ’t vlees bij hem wordt binnengedragen op klassieke manier door mannen in wit katoen met capuchon.

Terug aan boord, afvaart voorbereid met een spring op de kopbolder. We liggen strak en krap dus het moet goed, en zo gaat het ook.

Tegelijk met ons maakt een Nederlandse kruiser los met veel gas en rook. Sluis-stress?

Na de eerstvolgende sluis die we samen schutten kiest deze Tilburger voor de aanlegplek van Haybes die we moeten onthouden.

Verder en dan stuiten we op de volgende sluis die na de acceptatie van ons signaal op dubbel-rood gaat= ik doe et niet meer.

VNF gebeld en die hadden ’t al vernomen. Ja, van een schip aan de onderkant. Die situatie hadden we eerder.

Weer op weg geholpen, de wachtende Tilburger weer achter ons, en steeds de sluizen omlaag aangetroffen. Pas bij Ham halen we de daders in: onze voorgangers die liggen te wachten voor de gekoppelde sluizen en de tunnel. Lamp voorop gezet. Achterliggende Tilburger bij de andere kleinere schepen erin gepraat. Daarna wij met een opvolgende medelander. En zo schutten we ons het spitsengebeuren uit. Hierna alleen nog maar grotere sluizen en met ’t kleine mastje en de marifoonantenne omhoog.

Hannie plengt haar tranen zoals altijd in deze buurt en deze fase. We verlaten ons dierbare Frankrijk morgen, en gaan naar huis met verplichtingen die ons ook dierbaar zijn. Schakelen, wennen en gelukkig hebben we België nog, en Erny die in Givet opstapt om een paar dagen mee te varen.

Rond 13 u. zijn we in Givet, en Erny ook.

We gaan nu eindelijk eens langer dan een dag genieten van Givet-Namen. En dat begint vandaag met de beklimming naar de citadel en daar rondlopen. Eerst nog de hotelsleutels van Paul en Imke ingeleverd en boodschappen gedaan. Daarna op weg met wilskrachtig profiel geschoeid.

Nog maar 100 jaar geleden was de citadel een belangrijke positie voor het Franse leger. Daarna trainingscentrum voor commando’s. Nu ontmanteld en geleidelijk aan opgeknapt en toegankelijk. Mooi uitzicht en bonne excercise.

Warm en dus te water in de traag stromende Maas.

Geheel verfrist naar een heerlijk diner. Ik eindelijk een stukje varkenspoot, met buikspek. Heerlijk!

Morgen voor het laatst vers Frans brood en dan naar de sluis om de afstandsbediening in te leveren. Dat is wel even een moment. Maar we gaan er een nachtje over slapen.

Dinsdag 17 juli Monthermé – Fumay

Dit hebben we vaker gedaan. Het is en blijft prachtig! De Dames de la Meuse na Laifour. Beboste heuvels, rotsen, soms het kanaal soms de Maas. Dit mag nog vaker.

We starten de motor om 08.50 u en moeten toch nog onze buren wekken. Iets later varen we weg en we zijn de eersten vanuit Monthermé. Is dat belangrijk? Nee, maar wel prettig bij de sluis. Het is wat frustrerend als je daar aankomt en er gaat net iemand vóór je schutten. Geen last van dus. Zo varen we ongehinderd eerst met warmere kleren aan en dan weer in zomers spul langs Laifour, Revin tot om en in Fumay.

Ik heb last van lig-stress, of zo. ’t Is raar maar waar. Ik hoef niet als eerste ergens aan te komen, maar ik wel graag weten of ik er kan liggen. En lig ik er dan vind ik het spannend of iemand naast me komt liggen. Allemaal goed maar hoe zal ’t gaan?

Nou, in Fumay niks aan de hand. Veel plek. Anderen geholpen. Niemand langszij. Leuke gesprekken.

Boodschappen op de fiets. Slager van Ekko gevonden: Boudin Blanc en Paté de Campagne van de goede slager.

Dus lekker gegeten. En op een mooi plekje. Morgen verder naar Givet. Eind van Frankrijk en dat stemt weemoedig. We zijn bijna dood want partir c’est mourir un peu.

Dan maar even op bezoek bij Engelsen die we een beetje geholpen hebben

Maandag 16 juli Monthermé

Rond 7 uur begint de staalfabriek en dat is hoorbaar. Verder is het rustig geworden in de loop van de nacht.

Hannie haalt croissants en ik laat Joppie weer lekker lopen. Geen tekenen van ptss of zo.

Het is weer warm…dus een vroege wandeling. Een mooie gevonden langs bergen en dalen. Bij elkaar 10 km klauteren en klimmen, soms op handen en voeten. Mooie uitzichten en gelukkig veel in de schaduw. Liters vocht verloren die we moesten aanvullen, maar zeer de moeite waard in dit prachtige Maasdal.

De was gedaan, Verdi te pakken genomen, uitgerust en lekker gegeten met de Cobb als basis voor faux filet en gegrillde groenten.

Monthermé

Heel veel schepen zodat we nu een buurman hebben. Het is overal vol. Dat zullen we dus morgen wel zien, maar we kunnen op een geschikt plekje aan de wal prikken. Accu’s watertank en dieseltank vol. Koelkast ook. Morgen maar es niet wandelen maar je weet ’t nooit. Regen morgen? Kan zomaar….

Eerst maar eens de nacht.

Zondag 15 Juli Pont á Bar – Monthermé

Ook vandaag weer prachtig weer. Helder water en dus een frisse duik. Na ’t ontbijt Paul en Imke uitgezwaaid en wij achteruit de sluis door. Het ziet er vreemd uit maar het werkt en zo gaan we op weg naar verder. Beetje gedwarsboomd door de volgende sluis: die gaat op dubbel-rood na de druk op de knop van onze télecommande. VNF gebeld. Na een lang half uur hulp en verder.

Het is nog steeds prachtig: groen, meanderend, uitzicht over weiden en heuvels, en soms een stukje kanaal.

Als ik de marifoon wil gebruiken om met een tegenligger te praten lukt dat niet: geen stroom.

Na de rustige passage de zaak los gemaakt en draadjes opnieuw bevestigd en dan doet-ie het weer.

Inmiddels varen we Charleville-Mézieres door. Weinig scheepvaart en de sluizen staan steeds voor ons klaar.

In Joigny is het ponton bezet dus varen we verder naar Chateau Regnault en daar is plaats. Rond 14 u. liggen we goed. Dan maar eens wandelen en kijken hoe het in Monthermé is. Joppie is moe en een beetje zielig nadat hij gisterenavond door een nare hond is aangevallen. Hij heeft een pijnlijke plek op zijn rug. Toch wandelt hij de 8 km mee.

In Monthermé is een heleboel plaats en de sfeer bevalt ons beter dus al brisk-walkend terug naar de Hielkje en rond 17 u. liggen we in Monthermé.

Dan begint de WK-finale. We horen aan het omgevingslawaai de Franse doelpunten, niet die van de Kroaten. Frankrijk wint en dat is te merken aan rondrijdende toeterende auto’s waar jonge mensen uit hangen en op zitten. Er is een randje van narigheid als ze auto’s tegenhouden en ze gaan schudden waarbij sierstrips sneuvelen…. Langzaam zakt ’t in. De alcohol doet zijn werk. Sirenes nemen het geluid over. Joppie is bang voor alle lawaai en knallen. In een hut verbergt hij zich, ver weg gekropen.

We denken erover hier even te blijven en morgen misschien een stevige wandeling te maken. Thuis komt steeds dichterbij en dat is niet erg maar we willen hiervan ook genieten.