Mistige morgen, troebel water. Geen zwemsfeer. Gelukkig hebben we gisterenavond nog even rondgestapt door het dorpje met de oude wasplaats, de watermolen, de bruisende Marne, de rust en vriendelijkheid.
We nemen afscheid van Joost en varen op de sluis af. Met het doosje van enkel rood naar rood-groen, maar dan stagneert het: dubbel rood. Hannie belt de VNF en die komen met twee man een half uur later. Waterplanten voor een oog dat de invaart moet bewaken. Op de hand gaat het vlot. Veel drijfgroen. De VNF haalt het er bij deze en volgende sluizen uit.
Het kanaal slingert langs hellingen en bossen met weidse uitzichten waarin koeien en graanvelden domineren. Parkachtig paradijslijk. Het mooiste kanaal dat we ooit voeren? En steeds staan alle sluizen mooi voor ons klaar. Boodschappen in Froncles en weer verder. Geen schip te zien maar wel onze twee verzorgers. Die draaien nog een brug voor ons. Dan zien we een paar jachtjes aan een kade liggen. Zoals vaak lange liggers onder alg en oud herfstblad, maar ook een trekker.
Verder. Nooit zo stil vaarwater bevaren. Dreigende onweersluchten en een diep gedaalde barometer, en toch valt er niets. Gerommel in de verte en drukkend.
We hadden een plekje bedacht in Riaucourt. De kaart geeft er twee aan: één aan onze kant van de sluis en één erna. Dat eerste wordt bezet dus gaan we de sluis in. Omkijkend zie ik dat de rondvaartboot die het blijkt te zijn losmaakt. Wij varen, bovengekomen, de sluis uit door het oog. Dan drukt Hannie op het knopje “avalant” en we krijgen groen om achteruit weer in te varen. Niet eerder gedaan maar kan ook. De rondvaartboot is gedraaid. Als wij de sluis achteruit varen vaart die in, en wij liggen op een mooi plekje, in Riaucourt waar verder niets te doen is. Dat andere plekje bleek er niet te zijn.

Een groep van honderd motards met 6 politieagenten en een visser die alsmaar naar ons zit te kijken. Heel rustig. En prachtig. Misschien moeten we ’s morgens wandelen of fietsen als het niet zo drukkend warm is?
Het ziet er af en toe mediterraan uit met naaldbomen op de oevers en cipressen in de verte? Lavendel in de bloembakken. Rukt het zuiden op naar het noorden?
Wij gaan nog een weekje de zon tegemoet met zo’n 20 km en 10 sluizen per dag als gemiddelde en dat kunnen we aan.
Bellen en appen met het thuisfront maakt dat we minder ver weg zijn, toch betrokken blijven (vader, kinderen, kleinkinderen, haven, jarigen: vandaag Maartje – de grote). TV en nieuws komen bijna niet meer voor in ons dagprogramma. Muziek moet weer meer want we gaan behalve het Requiem van Verdi ook zijn Pater Noster zingen, en die nootjes moeten er wel in. En Hannie moet werken aan het Ventina-programma. Joost bracht de partituren mee. Nog twee maanden. Vanavond dus maar weer eens noten kraken.