Vannacht ook weer droog gebleven en helder blauwe lucht als ik naar buiten kijk vanuit het stuurhuis. Om acht uur op weg met ontbijt aan de kiezen. Een uur naar de sluis bij de “Rijn” en daar is iemand om ons door te laten. Ruim water. Geen schepen. Indrukwekkend groot water met aan beide oevers gindse heuvelen die we zo af en toe zien: Vogezen en Schwarzwald.
We nemen twee sluizen met verschillende schepen. Het is schipperen en wat wachten maar toch gaat het vlot. De AIS helpt bij het voorspellen en combineren: een aanrader! We hadden het er al over: hoe heet ook weer het schip van Antonio uit “Boegwater”? De Pride of Fayal vaart ons tegemoet. Foto. Geen marifooncontact.
Na sluis Rhinau rond 13 u. moeten wij weer naar “binnen”. Willen die andere jachtjes dat ook? Scheuren ze ons voorbij naar de sluis? Wat een gedachten… ’t Loopt altijd anders en nu ook: zij gaan door en wij krijgen te maken met een Franse opgebouwde praam die hard schreeuwt en rare manoeuvres laat zien bij de invaart van de sluis. Die staat op dubbel rood, dus lunchpauze. Vele oranje ballen in het water die geen duidelijke aanloopgeul laten zien. Wij zagen hen allerlei koersen varen. En als zij de steven richting Straatsburg wenden gaat het licht op rood-groen. We wenken en roepen, ook op VHF maar pas zo laat sjoege dat we al bijna in de sluis liggen. Zij kunnen er gelukkig nog bij. Alles schreeuwend, zal wel gehoorprobleem zijn. Blijken toch ook weer aardige mensen.
Zo varen we het Canal du Rhône au Rhin, branche Nord, op. Verwaarloosd maar mooi. Oude bomen, koppige zwanen.
Hoever gaan we? Het is warm. Hannie droomt van een schaduwrijk plekje en Joppie ook. Dat vinden we tegen 16 u bij Gerstheim. Pennen erin gehamerd. Loopplank uit. Zwemmen. Gras van schroefas en koelbuizen verwijderd. Op de fiets wat boodschappen gedaan: gigot d’agneau, dus Cobben.
Onze schreeuwfransen en achterfransen komen voorbij. Allemaal goed.
We denken erover om niet in, maar voor Strasbourg vast te maken en net als bij Colmar de fietsen en het karretje te gebruiken. We zien morgen wel of daar een goeie plek voor is.